Brief van Suzan Paulissen
Het was in 1996 dat ik Richard leerde kennen als een zeer bijzonder mens en kunstenaar. In 1998 ging ik in Tilburg bij hem wonen, we waren gelukkig, deden alles samen behalve schilderen. Hij schilderde in zijn atelier en ik in mijn huis wat ik in 1998 kocht tegenover Richard en als atelier gebruikte. We leidden een kunstenaarsleven, schilderde tot diep in de nacht, vaak floten de vogeltjes al, als we naar bed gingen.
Hij was een gedreven schilder en niemand mocht in zijn atelier komen. Het was een gigantische puinhoop, alles zat vol verf, overal lagen kranten vol verf en kartonnetjes met verf. Hij gebruikte alles wat er stond als palet om te mengen, maar hij kon er fantastisch werken. Zijn tuin was helemaal dichtgegroeid, er werd niet gesnoeid, als hij met een nat doek uit zijn atelier kwam, mopperde hij want overal liep hij met ’t doek tegen de takken. En als hij terugging om ’t licht uit te doen liep hij met z’n kleren tegen de verftakken en zat helemaal vol verf.
Vroeger schilderde Richard met een kwast, later met paletmes, maar omdat hij zo heftig te keer ging, stak hij regelmatig door ’t doek en is toen met kartonnetjes gaan schilderen. Die kartonnetjes knipte hij in 2 maten, de grootste voor de grotere delen en de kleinere voor het fijnere werk.
We fietsten en wandelden véél in de natuur om inspiratie op te doen. Hij kon héél lang naar de wolken kijken en zei dan héél heftig fántástisch, of naar één bepaalde bloem. Thuis gekomen gingen we snel schetsen maken. Op feestjes zei hij wel eens, hebben jullie wel eens door zo’n snoeppapiertje gekeken, hoe anders en mooi van kleur alles dan is. En even later zat ’t héle gezelschap door een snoeppapiertje te kijken. Hij was altijd eerlijk en recht voor z’n raap vooral als het om kunst ging zei hij keihard z’n mening wat niet altijd aardig over kwam. Eens op een opening schreef hij in ’t boek “ ’t is behang meer niet!”.
In een museum zei hij wel eens tegen mensen, ik wil wel eens van jullie weten hoe jullie dit werk vinden, en staat die boom volgens jullie nu achter ’t hek of ervoor? In een mum van tijd stond er een héle groep mensen te luisteren naar wat hij over ’t werk vertelde. Hij was een zeer bijzondere kunstenaar, een grootmeester.