Herinneringen aan Richard van Dijk – Grada Timmer

Richard leerde ik kennen in de zomer van 1977. Ik bewaar dierbare herinneringen aan hem.

Aan zijn atelier aan het Wilhelminapark, waar hij toen ook al zijn geliefde kipjes hield en hij portretteerde mij daar in 1979. Het geduldig op een stoel zitten en de afstand die Richard dan bij elke penseelstreek nam, stelde mijn geduld behoorlijk op de proef.
Toen ik hem vertelde dat mijn ogen niet natuurgetrouw overkwamen, heeft hij ze van het doek geschrapt, met de woorden, dat hij nooit meer een portret van een geliefde zou maken. Of dat zo gegaan is weet ik niet.

Hij vertelde me, dat hij vrouwen als mooie poppen zag en dat popkes er waren om mee te speulen. Ooit zei hij eens tegen mij, dat ik ook wel beetje iets van een aapje had en geloof, dat die uitspraak als een compliment bedoeld werd.
Zijn reacties waren vaak primair en origineel en dat vond ik ook zo leuk en eigenzinnig aan hem.

Richard voelde zich een met de natuur en genoot van alle wisselende landschappen, als we lange fietstochten door de wijde omgeving van Tilburg maakten.
Hij was boos en opstandig op de gemeente, als er weer wat van die mooie natuur ingeleverd moest worden, door het kappen veel te veel bomen voor de uitbreiding van de stad.
We hebben eens samen een prachtig zomers veldboeket geplukt, wat nog op dezelfde dag/nacht op een groot wit doek geschilderd werd en ik kijk er nog altijd heel graag naar.

Regelmatig gingen we naar het eiland Texel, waar mijn ouders toen woonden. Hij heeft daar veel geschetst en geschilderd, met grote gedrevenheid en enthousiasme. Na gedane arbeid was het goed toeven bij de open haard en voerden we allerlei discussies die in die jaren en ook nu nog actueel zijn.
Zo maakte Richard ook schilderijen ter plekke op het strand en ik herinner me, dat hij geïrriteerd kon zijn, als er passanten achter hem gingen staan wanneer hij stond te schilderen. Hij riep dan weleens: als ge niet gauw maakt dat ge wegkomt!! En….. meer woorden, waren dan niet nodig.
Eigenlijk was hij verlegen en helemaal niet uit op aandacht, dat maakte het exposeren voor hem er ook niet altijd makkelijk op.
Richard hield van de sfeer van de schapenboeren en legde graag zijn hand op de harde knokkels van het voorhoofd van de schapen, wat nog niet eenvoudig was.
Het was een mooie tijd op Texel en Richard sprak daar later nog vaak over. Hij noemde dat dan: een aartsparadijsje.

We maakten geregeld uitstapjes in de omgeving van Tilburg en in België en  bezochten de plaatselijke discotheken , waar Richard dan soms de dansvloer opging en dan schuifelde op zijn bordeelsluipers en we dronken  portjes en rookte hij heerlijke sigaren.
Ook bezochten we het Gesticht in Beernum waar zijn Heeroom Overste was geweest en waar hij vroeger geregeld logeerde en dan van heerlijk eten en drinken werd voorzien. Hij kwam daar graag en genoot van de sfeer.

Na een bezoek aan een plaatselijke bakker, blies Richard steevast het lege papieren zakje op, waarna mensen op straat dan verschrikt omkeken en zich afvroegen waar die knal vandaan kwam.
Ook keek Richard graag door van die fel gekleurde snoeppapiertjes, waardoor de wereld er zo vrolijk en kleurrijk uit kon zien. Het was zoiets speciaals van hem.
Hij kon ook zo heel hard in zijn handen wrijven en meestal was dat een teken van zich goed te voelen.

Soms kon je lang niets van hem horen en dan opeens belde hij weer en leek het alsof we elkaar gisteren nog gesproken hadden en hij was daarbij altijd belangstellend.
Richard leefde zijn leven en vooral ook in zijn eigen tempo, wat meestal pas laat op de dag goed op gang kwam. Hij hield van lange gesprekken, over van alles wat hem bewoog.
Nog niet zo lang geleden vertelde hij me, dat hij alweer zware tassen droeg
en lange wandelingen maakte en dat het een heel stuk beter met hem ging.
Twee weken later is hij overleden.
Door de fotopresentatie en de sprekers tijdens zijn afscheidsdienst, werd zijn leven en werk zo mooi en realistisch weer gegeven.

Dag lieve, eigenzinnige en bijzondere Richard.

Haarlem, 6 januari 2009

Grada Timmer