Lust for life – Cees van Loon

Richard van Dijk, LUST FOR LIFE

Ik moet een jaar of 10 zijn geweest. Geboren in een kinderrijke naoorlogse volksbuurt in de Theresiaparochie in Tilburg. Dagelijks naar de kerk. Naar school en daarna spelen op straat zoals dat in die tijd de gewoonte was. Haktollen, bokjesspringen, hinkelhokken, verstoppertje spelen en peren jatten uit een boomgaard in de buurt. Sinterklaas bestond nog en een zwarte Piet had meer invloed dan een politieagent op de dag van vandaag. Zo tegen zessen was de tafel gedekt met niet zelden een grote pan stamp met speklappen of erwtensoep midden op tafel om de hongerige magen van een groot gezin te vullen. Het was een tijd waarin de pastoor de dienst uitmaakte en regelmatig eens langs kwam want grote gezinnen waren uiteindelijk de beste katholieken. De zondag begon met een bezoekje aan de kerk en met Kerstmis kreeg men zelfs drie missen voor zijn kiezen.

Het viel me toen al op dat diegene die met “het zakje “rondkwamen tijdens de mis, in het dagelijkse leven allerminst goede gelovigen waren in de wijk en zowat alles deden wat Onze Lieve Heer verboden had. Kortom, onze wijk week niet af van andere volksbuurten in Tilburg destijds. Tilburg in de jaren vijftig, zestig. Een arbeidersstad waar de textielfabrikanten hoog in aanzien stonden .

Daar heb je hem weer!

Zo  nu en dan werd ons spel op straat onderbroken door de kreet  “Daar heb je hem weer!”. Kindergezichten met blosjes op de wangen draaiden zich om en  tuurden in de verte, richting Veldhovenring.  Op grote afstand zagen we hem al aankomen. Richard! Volgens de ouderen onder ons was hij kunstschilder. We hadden geen idee wat dat was maar aan zijn uiterlijk te zien moest het wel iets heel speciaals zijn.

In die tijd droegen we pofbroeken van eenvoudige stof. Donkerbruin of zwart. Wijd met in de pijpen een elastiek die aansloot aan de enkels. Van strakke broeken hadden we nog nooit gehoord maar hij moest denk ik de eerste zijn geweest die ze droeg. Vele jaren later gevolgd door de Beatles en andere popgroepen. De broeken die hij droeg zaten als nylons om zijn benen en menigeen vroeg zich af hoe hij die broeken in godsnaam aan kon krijgen. Hij liet in die tijd ( zoals hij me later vertelde ) zijn broeken door een vrouw uit de buurt smaller maken. (Ik herinner me nog dat ergens in het jaar 2006 toen ik hem vroeg of hij een nieuwe ( paarse ) broek had gekocht hij me zei: “Die had ik nog in de kast hangen en heb die al sinds 1965 of zoiets”.)

Kleurrijk figuur in ‘n grijze samenleving

Strakke ribfluwelen broeken hadden zijn voorkeur zoals bleek en in de meest uiteenlopende kleuren. De meest favoriete kleur was paars. Een beetje de tint van lavendel. Daarop een felgeel overhemd met oranje stropdas. Blauwe kousen, en een zacht blauw jasje. De rijkelijk aanwezige roodblonde haren getoupeerd in een model zoals we dat later hebben leren kennen van Michael Jackson en andere popsterren.Een erg opvallend figuur dus in een toen grijze samenleving.  Hij keek niet op of om, en  was wat men noemt een bijzondere verschijning. Op dat moment had ik nog geen idee Richard,  hoe jij een aantal jaren later mijn leven zou beïnvloeden. We raakten als kinderen min of meer gewend aan Richard die met regelmaat voorbijkwam maar bleven hem een bijzonder iemand vinden. We waren niet de enigen. In die tijd had men in de omgeving van het Goirke enkele textielfabrieken die als de werktijd erop zat duizenden arbeiders uitspuugden die hun weg per fiets naar huis zochten. Soms met een korte onderbreking. Als Richard in de buurt was.

Men stopte spontaan. Stapte af, en keek hem vol bewondering na. Zonder overigens iets te zeggen. Duidelijk was wel dat ze ondanks het feit dat ze zelf textielarbeider waren deze meer dan opvallende kleurcombinatie nog nimmer hadden gezien.

Dromerige verzekerde blik

Richard was toen al wat we noemen een “trendsetter”. Maar het kon nog erger: Vele jaren later vertelde Richard me dat hij in die tijd eens boodschappen moest doen terwijl het regende en geen jas bij de hand had. Dit was voor hem geen enkel probleem. Hij pakte een zo goed als nieuwe regenjas van zijn broer van de kapstok en knipte er zonder enige moeite 30 cm af. Hij vond dat dit model beter bij hem paste! Ik heb begrepen dat zijn broer er niet echt blij mee was. Zelf kon hij er hard om lachen. Geen wonder dus dat fietsers stopten en voorbijgangers zich omdraaiden als Richard voorbij liep. De manier van lopen was ook net even anders en men had de indruk dat alleen zijn benen bewogen. Hoofd in de wind en een dromerige verzekerde blik in zijn ogen. Pas als hij uit het zicht verdwenen was hernam het dagelijkse leven zijn gangetje. Richard woonde in die tijd in de Nijverstaat bij zijn ouders. Vlak in de buurt dus. Vandaar dat we hem regelmatig zagen.

Een groepje apart

Net als Richard die op dezelfde school heeft gezeten als ik, was ook ik geen uitblinker en behaalde met tekenen zo ongeveer het enige voldoende op mijn rapporten. Ik deed dat graag en vaak. De rest van de schooltijd ging min of meer aan me voorbij met dagdromen. Hoewel Richard denk ik enkele jaren later niet meer in de Nijverstaat woonde omdat we hem zelden of nooit meer zagen zou hij toch min of meer als een rode draad door mijn leven gaan lopen. We kwamen elkaar, vaak na lange tussenpozen, wel weer ergens tegen. Een aantal jaren later ben ik net als hij een opleiding gaan doen op de Ambachtschool met de bedoeling daarna iets te geen doen met beeldende kunst. Ik zag het natuurlijk helemaal voor me. Mijn dagen slijten met iets wat je graag doet en het enige waar ik dan ook min of meer goed in was.

Mijn vader dacht daar net iets anders over. Op mijn vraag of ik een opleiding zou mogen gaan volgen op de Academie voor beeldende kunsten St. Joost in Breda antwoordde mijn vader: “Jaja…en jij er net zo bij gaan lopen als Richard van Dijk zeker! Geen haar op mijn hoofd die daar aan denkt”.Deze opmerking en mening van mijn vader hebben me lang parten gespeeld, maar na lang aandringen en jaren later is het me toch gelukt  om een  opleiding aan St. Joost te gaan volgen. Samen met een aantal Tilburgse medeleerlingen vormden we eigenlijk een groepje apart en men hoefde er weinig voor te doen om ons te onderscheiden van anderen zoals de Nozems met vetkuiven in die tijd die de stad onveilig maakten met hun buikschuivers. (Een snelle brommer van het legendarische merk Royal Nord.)  In die tijd droegen we alleen maar zwarte kleding en een pet met een schotse ruit.

Boerderij in de Hasselt

Toen ook ontstonden de eerste “Sociëteiten” in Tilburg waarvan men lid moest zijn en waarvan de bezoekers doorgaans mensen waren met een creatieve opleiding. De organisatie bestond hoofdzakelijk ook uit artistieke figuren die hun kunsten vaak botvierden op het interieur van de een of andere parochiezaal of buurthuis. Eigenlijk waren dat de voorlopers van de later bekend geworden discotheken. Muren werden beschilderd en de sfeervolle verlichting bestond uit goedkope plastic puddingschalen die een kleurtje kregen. Visnetten sierden de plafonds. Franstalige muziek was toen erg populair. Het geluid kwam uit samengestelde oude radio’s en goedkope draaitafeltjes. De sfeer was er goed en het was er altijd druk.Het wereldje van mensen met een academie opleiding was klein en iedereen kende elkaar wel. Men hield van creatief bezig zijn, en natuurlijk waren er de feesten en partijen die regelmatig gegeven werden. Ook door Richard die destijds op het Wilhelminapark woonde.

Het was er min of meer de zoete inval en over het algemeen waren er wel aantrekkelijke dames in de buurt die hem helemaal te gek vonden. Later ben ik nog vaak in zijn boerderij in de Hasseltstraat geweest. Wie niet trouwens! Het was een sfeervol onderkomen met een grote open haard dat meer weg had van een kroeg.

Boetseren met kleuren

In die tijd produceerde hij veel werken en verkocht hij ook goed. Door de jaren heen had hij zijn eigen stijl van schilderen ontwikkeld waarvan hij nimmer is afgeweken. Werk dat tot op de dag van heden erg gewaardeerd wordt in binnen- en buitenland. Hoewel het er in eerste instantie allemaal zo simpel uitzag bleek al ras dat de techniek waarin hij werkte meer was dan schilderen. Het was meer boetseren met kleuren op doek. Dikke pasteuze toetsen die zodra men afstand neemt van het doek tot leven komen en als een puzzel in elkaar vallen.

Vincent van Gogh

Het waren kleuren en toetsen zoals Van Gogh ze ook gebruikte. Vincent inspireerde hem en als het even minder ging met Richard, nam hij de tijd een aantal brieven te lezen die Vincent geschreven had aan zijn broer Theo. Hij nam kennis van de inhoud en zag in dat hijzelf het eigenlijk nog niet zo slecht had. Het is haast niet in uren uit te drukken hoeveel tijd we gepraat hebben over Van Gogh. Zijn leven en zijn werk. Het waarom en hoe.Meerdere keren hebben we plaatsen bezocht waar Vincent van Gogh gewerkt en gewoond had. Telkens weer was hij er erg van onder de indruk. Tijdens een bezoek aan Zundert  zag ik hem op een afstandje heen en weer schuifelen. Stapje naar links. Stapje naar rechts, tot hij uiteindelijk de plek had ontdekt waar Van Gogh moest hebben gestaan toen hij het kerkje schilderde. Zo nu en dan bezochten we samen het Van Gogh museum en het was telkens weer een verademing te zien hoe Richard van het werk kon genieten.

Hij stak zijn mening hierover dan ook niet onder stoelen en banken en menig keer had hij vanwege zijn harde stem meer aandacht van de aanwezigen dan de doeken van Van Gogh.

‘Allemaal kletskoek, juffrouw!’

Ik herinner me nog dat we tijdens een bezoek aan het museum een zaal binnenliepen waar tientallen kinderen op de grond zaten met voor hen een lerares met penselen en kwasten in haar hand, druk doende haar leerlingen uit te leggen wie Vincent was. Hoe hij leefde en schilderde, en hoe lang hij wel niet werkte aan een doek. Richard nam een positie in achter de kinderen. Kaarsrecht. Het hoofd een beetje naar voren gebogen en zijn handen kruislings voor zijn middel. In eerste instantie was hij geboeid maar weldra zag ik aan zijn gezicht dat het overging in ergernis. Dit duurde echter niet lang. “Juffrouw”, zei Richard. “Mag ik effe iets zegge?. Wat u de kinderen allemaal vertelt is natuurlijk allemaal grote onzin en heeft niks met Van Gogh te maken. Van Gogh was een gedreven snelle schilder en gebruikte  penselen en geen kwasten. Bovendien heeft hij over een gemiddeld schilderij niet langer gedaan dan 3 tot 4 uur. Wat u vertelt is allemaal kletskoek!”  Alle kinderen draaiden zich om naar Richard en vanaf dat moment vertelde hij wie Van Gogh was en hoe hij geleefd en gewerkt heeft. Het werd er druk. Vanwege de harde stem van Richard kon men hem in andere zalen horen en al snel kwamen er meer bezoekers bij. Zelfs de suppoosten hadden interesse in zijn verhaal. Het merendeel van de bezoekers bleef dan ook bij hem in de buurt de rest van de middag. Dit was de Richard zoals ik hem later heb leren kennen. Enthousiast over zijn vak en de kennis die hij in de loop der jaren had vergaard. Hoewel hij geen kei was in lezen worstelde hij zich door vele boeken en deed veel kennis op. Ook van schilders als Van Eyck, Frans Hals, Rembrandt, Monet, Picasso en vele anderen.

Een eigen wereld

De deur stond bij hem altijd open maar vóór een uur of twee in de middag was hij niet te bereiken. Wat tijden en principes betreft was hij erg stipt en week er zelden of nooit vanaf. In die tijd rookte hij nog maar alleen ’s avonds. Dikke sigaren! Zo kon het gebeuren dat als iemand op bezoek kwam hij nergens te ontdekken was omdat zijn kamer ondoorzichtig was geworden van de rook. Men moest min of meer op zijn stem afgaan. Een stem, woordgebruik en manier van uitdrukken die simpel maar uniek waren en kenmerkend voor hem. Het was dan ook mede zijn simpelheid en eenvoud die Richard ondermeer tot een bijzonder mens maakten. Geen kranten, geen tv. Hij hoefde geen getuige te zijn van alle ellende in de wereld. De radio en een oude draaitafel met grammofoonplaten waren zijn wereld. Een muzikale en zijn eigen visuele wereld waarvan hij dagelijks weer kon genieten. Liefst muziek uit de jaren zestig. Als hij op bezoek kwam bij mij en de televisie stond aan vond hij het telkens “te gek dat dat tegenwoordig allemaal maar kan”. Via internet liet ik hem zien hoe Suzan naar Zuid Amerika was gevlogen voor een vakantie. Zelf durfde hij niet te vliegen en ging dus niet mee. Op de foto zagen we het interieur van een Boeing 747 en hij wilde in eerste instantie niet geloven dat die zomaar de lucht in kon. Hij vond het allemaal te gek en fantastisch!

Vrouwen en vrienden

Vele mensen wilden Richard leren kennen. Vanwege zijn kunstenaarsschap maar zeker ook als mens. Men vond hem bijzonder. Opvallend hierbij was dat vooral vrouwen het meest konden opschieten met hem. Vrienden echter had hij niet veel. Op enkele uitzonderingen na. Men moest ook voorzichtig zijn hem vriend te noemen omdat hij daar een andere betekenis aan gaf als ieder ander. Hij weigerde ook pertinent iemand een hand te geven en het duurde maar liefst meer dan 30 jaar voor hij mij een eerste hand gaf.

Zoiets betekende veel voor hem. Vriendschappen duurden soms ook niet lang. Hij was eerlijk, oprecht maar ook recht door zee en als men maar een keer misbruik maakte van zijn vertrouwen was het afgelopen en wilde hij zijn of haar naam niet eens meer horen.

Snel, bijna gehaast

Wat hem ook kenmerkte was zijn snelle, bijna gehaaste manier van spreken. Ook hier was hij uniek in maar het leidde soms tot pijnlijke situaties zoals tijdens een bezoek aan een van de vele boeren tijdens een fietstochtje. Hij schroomde niet om zomaar een erf op te rijden en een boer aan te spreken. Over zijn land, de werkzaamheden en ja ook over zijn of haar privé leven. Zo presteerde hij het eens aan een boer te vragen op het moment dat de boerin voorbij kwam lopen, of dat zijn vrouw was. “Ja”,  antwoordde de boer, waarop Richard zei dat ze wel heel erg grote tieten had en of hij dat mooi vond en of hij het nog “wel kon met een vrouw met zo’n dikke tieten!” Vreemd genoeg werd de boer niet boos maar gaf gewoon antwoord op zijn vraag.

Een ‘verziekte’ Rembrandt

Ik herinner me dat hij een aantal jaren geleden bij me in de auto stapte om naar het Rijksmuseum te gaan. Het viel me op dat hij op de achterbank ging zitten, hoewel we met zijn tweeën waren. Hij vond dat veiliger. Natuurlijk sprak ik onder het rijden tegen hem maar zag in mijn spiegel dat hij zich niet op zijn gemak voelde. Uiteindelijk kwam het hoge woord eruit. “Zeg, luister eens Cees. Kun jij autorijden en praten tegelijk!”  Toen ik hem vertelde dat het geen enkel probleem was voelde hij zich gerustgesteld. In het Rijksmuseum aangekomen dwaalden we door de lange gangen en zalen. Hardop gaf hij zijn mening over de tentoongestelde werken. Totdat hij op een gegeven moment riep: “Wacht ’s efkes, wacht ’s efkes. Ziede gij dè, ziede gij dè doar. Dè schilderij van Rembrandt hebbe ze hillemoal verziekt” Wijzend met zijn vinger naar een landschap met een bruggetje zei hij: “Die lucht is nie goed en ze hebben d’r aan gerommeld. Wie zou de gedoan hebbe. Daor op die plek zitte wolke en die zèn nou weg.” Hard riep hij naar een van de suppoosten even bij hem te komen die dat dan ook deed.  Richard vroeg hem wie het schilderij “verziekt” had en de man vertelde verbouwereerd dat het doek gerestaureerd was en pas weer enkele dagen op zijn plaats hing. Natuurlijk wilde Richard weten wie dat gedaan had. Dat het schandalig was, en de man er niks van kon. Ook vroeg hij of die restaurateur aanwezig was, want hij wilde hem spreken. De betreffende persoon was er niet en dus stond Richard erop dat men hem zou bellen. Het rumoer in de zaal was dusdanig dat het de aandacht trok van veel bezoekers en al snel was hij omgeven door zo’n twintig personen die aandachtig luisterden naar zijn verhaal. Het was natuurlijk al snel duidelijk dat de “boosdoener” niet bereikbaar was en mokkend liep hij verder. Nog steeds gevolgd door een tiental personen. Hij vond het schandalig!

Zelfgemaakte mug

Richard was niet alleen een zeer bekwame schilder maar ook handig in vele dingen. Zo kon hij van gewoon huishoudelijk afval dingen maken die nauwelijks of niet van echt te onderscheiden waren. Zoals een mug op de schoorsteen op het formaat van pakweg 40 cm . Gemaakt en in elkaar geplakt van draad en papier. In de bossen gevonden uitgedroogde takken werden mee naar huis genomen en omgevormd tot de meest mooie sigaren. In alle maten en soorten en keurig voorzien van een bandje en een felrood fluorescerend bandje die de indruk geeft dat ze daadwerkelijk branden. Met de hand geschuurd, bijgesneden en op kleur gebracht. Indrukwekkend om te zien en zeer natuurgetrouw.

Paniek in het Rijksmuseum

Met één van die sigaren hebben we nog pret gehad. Op een dag gingen we wederom naar het Rijksmuseum en genoten beiden van alle tentoongestelde werken. We zwierven wat rond in een van de zalen toen ik plotseling opvallende voetstappen hoorde op de houten vloer. Iemand liep hard. Iets wat niet de gewoonte is in een doorgaans muisstil museum leek mij. Willekeurig draaide ik me om en zag twee suppoosten in paniek de zaal in rennen richting Richard. Ik had geen idee wat er aan de hand was en liep ook die kant op. Zoals hij dat vaker deed stond hij licht voorovergebogen met de handen op de rug een schilderij van Rembrandt van dichtbij te bekijken. Toen ik goed keek zag ik dat hij een sigaar in zijn mond had waarvan de vuurkegel pak weg 30 cm van het schilderij verwijderd was. De paniek brak uit en Richard bleef rustig is dezelfde houding staan tot op het moment dat hij zowat besprongen werd door de bewaking. Hij was er niet van onder de indruk en langzaam draaide hij zich om, nam de dikke stompe sigaar uit zijn mond, bukte en klopte ermee op de houten vloer en vertelde dat het een nepsigaar van hout was. Het zweet stonden de lieden van de bewaking op de neusvleugels maar ze konden achteraf wel lachen om het geintje van hem. Richard had humor. Hilariteit bij alle aanwezigen in de zaal en alsof er niks gebeurd was slenterde hij de volgende zalen door. Op een gegeven moment riep hij tegen me: “Kom ‘s  hier, kom’s hier,” met een opgewonden stem. “Ze hebben toch naar me geluisterd, De lucht is weer terug in het landschap met het bruggetje.” Hij was opgelucht alsof het een doek van hem zelf was.

Schilderen met kartonnen plaatjes

Achter in de tuin had hij zijn atelier en meerdere keren heb ik hem gevraagd of ik een kijkje mocht nemen in het heilige der heilige. De werkplaats waar alles in de juiste vorm en kleur werd gegoten. Ik heb het echter nimmer kunnen zien. De ene keer zaten er merels met een nest en de andere keer zat er wel ergens weer een vogel of kip te broeden. Ik denk dat er uiteindelijk weinige zijn die hem hebben zien werken in zijn koude en kille atelier waar de grootste meesterwerken werden vervaardigd op de door hem zelf opgespannen linnen doeken. Hij deed het niet voor minder. Alles. De spieramen en linnen doek moesten van de beste kwaliteit zijn evenals de olieverven die hij gebruikte.

Hij had een periode dat hij bloemstukken schilderde op grote formaten .Ze vonden gretig aftrek maar dat was voor hem geen reden ze te blijven schilderen. Hij wilde verder met andere onderwerpen. Landschappen met indrukwekkende Hollandse luchten zoals we die kennen van  Ruysdaal, van Gogh, en Weisenbruch. Alleen de techniek die hij gebruikte was anders. Geen  kwasten en penselen maar kleine kartonnen plaatjes van een bepaalde dikte en afmeting. Vanwege zijn gedrevenheid zou hij met plamuurmessen dwars door de doeken zijn gegaan.

Gedreven

Ik had het genoegen te mogen zien hoe hij twee portretten schilderde. Gewoon rechtstreeks van een model. Een palet en wat kartonnen plaatjes was alles wat hij daarvoor nodig had. Om visueel meer afstand te creëren schilderde hij met half dichtgeknepen ogen en een gedrevenheid die ik zelden heb gezien. Als een diamantslijper bekeek hij zijn modellen en boetseerde als het ware hun treffende portretten in een eigenheid en stijl die zo uniek zijn en herkenbaar waren voor hem. Dieren, waaronder kippen, boeiden heb enorm en daarvan had hij honderden schetsen die hij zo nu en dan op gezellige avonden liet zien. Bij elke studie had hij wel een mening en  praatje.  “Kijk,” zei hij dan. “Ge kunt zien dat dit een tevreden krielkiepke is. Ze zit lekker tevreden en dik op haar stokske” De haan was weer attent en stond hoog op de poten en waakte over de kippen. Elk schilderij en elke schets kregen een andere dimentie  door de uitleg van Richard. Pasteuze schilderijen waarop vele tubes olie verf waren gesmeerd. Vaak hadden ze meerdere lagen waardoor ze met de verandering van het licht in huis telkens een andere indruk geven.

En steeds met een uitgekiende lijst erom. Hij ging niet voor minder. Vanwege zijn gedrevenheid zat zijn huis al snel nokvol met schilderijen. Zo erg zelfs dat hij min of meer genoodzaakt was op karton of papier te werken. Het resultaat was er niet minder om. Het was telkens weer een verademing zijn nieuwe werk te zien.

Opgaan in wat hij zag

Hij had het zoals hij me meerde keren vertelde erg goed naar zijn zin. Andere mensen moesten elke dag naar hun werk en presteren terwijl hij kon schilderen en met niemand iets te maken had. Naar muziek luisteren, boeken lezen en de natuur intrekken. Te voet of op de fiets. Meerdere keren heb ik hem zien staan. Zomaar ergens op een hoek van een straat. Voeten uit elkaar. Handen op zijn rug en zijn hoofd omhoog. Van mooie luchten of kleurrijke zonsondergangen genieten. Op die momenten was hij niet aanspreekbaar en kon helemaal opgaan in wat hij zag. Niet zelden stond hij na een half uur nog steeds op dezelfde plaats. In dezelfde houding.

Auvers-sur-Oise

Nog niet zo lang geleden vroeg hij me of we niet eens een lang weekend naar Auvers-sur-Oise konden gaan. De omgeving waar van Gogh de laatste drie maanden van zijn leven gewoond en gewerkt had. Het is er helaas nooit van gekomen en vind dat jammer omdat ik weet hoe hij daar zou hebben genoten van de omgeving en de kamer waar Vincent gewoond heeft en uiteindelijk afscheid heeft genomen van dit leven met de woorden “Ik ben moe en wil rusten”. Woorden met dezelfde strekking van Richard toen hij afscheid nam van dit leven.  Ook wilde hij graag de film “Lust for Life” nog eens zien. Een film uit de jaren zestig over het leven van Van Gogh. Die was niet meer verkrijgbaar in Nederland maar ik heb hem via, via kunnen kopen. Helaas ook te laat, maar ik weet zo goed als zeker dat ze elkaar inmiddels al hebben ontmoet en genoeg te vertellen hebben na een leven waarin ze beiden een plaats als beeldend kunstenaar hadden veroverd. Velen zullen hem missen maar weten dat hij ons niet is vergeten en dicht bij diegene is die hem lief waren. Nog vele, vele jaren zullen velen kunnen genieten van zijn werk.

Richard, rust uit en geniet ergens in die mooie wolkenpartijen die niemand zo prachtig kon weergeven als jij. We will meet again!